Heeft het keuzeproces betrekking op de richting- en pakketkeuze en op het vervolgonderwijs dan is de coördinatie in handen van de loopbaancoördinatoren, vanuit het LeerWerkBureau.

De LOB-coördinatoren verzorgen onder meer:

• voorlichtingsavonden voor ouders/verzorgers
• activiteiten en informatie met betrekking tot het keuzeproces
• excursies naar scholen voor het vervolgonderwijs

Ouders/verzorgers die met een LOB-coördinator willen spreken, kunnen telefonisch of per e-mail een afspraak maken, bij voorkeur op donderdag.

De e-mailadressen van de LOB-coördinatoren:
dhr. J. Bilker j.bilker@cvo-nf.nl
mevr. I. Bangma i.bangma@cvo-nf.nl
dhr. K. Kooistra k.kooistra@cvo-nf.nl
mevr. S. Prins s.prins@cvo-nf.nl

Sommige leerlingen hebben door hiaten of leermoeilijkheden extra hulp nodig. Die hulp wordt gegeven door onze dyslexiecoaches. Zij bekijken aan het begin van het schooljaar de taalvaardigheidsresultaten van die leerlingen met een speciale ondersteuningsvraag uit leerjaar 1 of dyslexiecoaching nodig is. Op basis van deze resultaten wordt bij een aantal leerlingen zo nodig nader onderzoek gedaan, vooral gericht op specifieke taalvaardigheden. Uit de laatste groep wordt een selectie gemaakt van leerlingen die in aanmerking komen voor extra begeleiding. Bij vermoeden van dyslexie volgt een vooronderzoek dat naar de orthopedagoog gaat, die de leerling daarna uitnodigt voor een officieel dyslexie-onderzoek. Voor de dyslectische leerlingen is een dyslexieprotocol ontwikkeld.

Daarnaast is er hulp mogelijk voor leerlingen die een aantal rekenvaardigheden onvoldoende beheersen.

De rekencoach verleent begeleiding en ondersteuning aan leerlingen met dyscalculie of ernstige rekenproblematiek. Deze hulp kan intern worden geboden. Met behulp van bestaande materialen, methodes en overige middelen wordt de ondersteuning vormgegeven in aansluiting op de reguliere lesstof van de leerling.

De hulp van een dyslexie- en rekencoach wordt aangevraagd bij het zorgteam, na overleg met de mentor en de vakdocent. De hulp vindt veelal plaats onder schooltijd, tijdens Op Maat-lessen, tussenuren of aansluitend op de lessen.

Op AMS werken we met counselors/leerlingbegeleiders voor leerlingen met sociaal-emotionele problemen. Voorbeelden van sociaal-emotionele problemen zijn faalangst, eetstoornissen en problemen bij rouwverwerking, echtscheiding en pestgedrag. De problemen kunnen dus zowel in de relationele als in de individuele sfeer liggen. Bij begeleiding op AMS moet het functioneren van de leerling op school in het geding zijn.

Als de problematiek direct te maken heeft met de thuissituatie, dan wordt de leerling doorverwezen naar de schoolmaatschappelijk werker, die op AMS een wekelijks spreekuur heeft. Gaat het om lichamelijke klachten, dan wordt de leerling doorverwezen naar de schoolverpleegkundige of de schoolarts. In geval van handelingsverlegenheid vraagt de counselor advies aan de orthopedagoog of andere specialisten. De leerling krijgt zorg geboden in individuele gesprekken, maar ook groepstherapie (faalangst / training in sociale vaardigheden / examenvrees) is mogelijk.

Hulp van de counselors wordt aangevraagd bij het zorgteam, na overleg met de mentor.

Deze training is bedoeld voor leerlingen die sociaal ‘handiger’ zouden kunnen optreden. In de training wordt hen geleerd te kijken naar het eigen gedrag en naar de gevolgen van dat gedrag voor de leerling zelf en anderen. De aanpak en intentie van de cursus worden met de ouders/verzorgers gedeeld, zodat de leerling de vaardigheden ook in de thuissituatie kan oefenen.

AMS organiseert een training voor leerlingen van de tweede klas die last hebben van faalangst. Alle tweedeklassers worden in het begin van het schooljaar getest en aan de hand van een gesprek wordt uitgezocht welke leerlingen problemen ondervinden door faalangst. Na overleg met de ouders/verzorgers begint na de herfstvakantie een training van tien sessies van ongeveer zestig minuten, onder leiding van twee begeleiders.

Klas 1 krijgt na de herfstvakantie een weerbaarheidstraining aangeboden. Deze training bestaat uit één dag per klas. De training wordt extern ingekocht bij Menno Tuik.
Deze training past binnen sociale veiligheid.

Bij voldoende aanmeldingen kan voor de examenklassen een externe training worden ingekocht bij Zandstra Van der Meer. Hier vragen we een kleine vergoeding van de ouders voor.

Alle scholen voor voortgezet onderwijs in Noord-Friesland (van Dokkum tot en met Vlieland en Terschelling) werken samen op het gebied van passend onderwijs in het Samenwerkingsverband Fryslân-Noard. Op die manier kunnen we alle leerlingen een passende onderwijsplek en de noodzakelijke ondersteuning blijven bieden. Meer informatie is te vinden op www.swvfryslan-noard.nl.

Als een potentiële lwoo-leerling op AMS wordt aangemeld, volgt de aanvraag de normale route via de het Samenwerkingsverband. Wordt er voor de leerling een positieve beschikking afgegeven, dan kan het Samenwerkingsverband adviseren de leerling te plaatsen in een BL/KL- of een andere vmbo-klas op AMS.

Het Zorgteam bestaat uit de coördinator leerlingondersteuning (voorzitter) en de leerlingbegeleiders. Eens per vier weken bespreken zij de leerlingen die ondersteuning nodig hebben en maken ze afspraken over de aanpak. Soms moet daarbij extra hulp worden ingeschakeld. De coördinator leerlingondersteuning neemt daarvoor contact op met externe deskundigen.

Ook eens per vier weken is er een vergadering van het Multidisciplinair Ondersteuningsteam (MOT). Hierin zitten ook externe deskundigen zoals de schoolmaatschappelijk werker, de sociaal verpleegkundige, de wijkagent, jongerenwerkers, de orthopedagoog van het Samenwerkingsverband en de leerplichtambtenaar van de gemeente. De voorzitter van dit team is de coördinator leerlingondersteuning van AMS. Leerlingen kunnen in het MOT worden besproken met toestemming van de ouders/verzorgers.

Vanuit het Samenwerkingsverband maken wij gebruik van de diensten van een eigen orthopedagoog. Deze orthopedagoog komt één dag per maand op school, heeft dan gesprekken met leerlingen en adviseert het zorgteam en de docenten. Afspraken met de orthopedagoog lopen via de coördinator leerlingondersteuning.

Op AMS zijn in het kader van de klachtenregeling een aantal contactpersonen aangesteld. Zij hebben slechts een doorverwijsfunctie en houden zich speciaal bezig met klachten aangaande ongewenst gedrag. Onder ongewenst gedrag wordt verstaan: ongewenste aandacht die tot uiting komt in verbaal, fysiek en non-verbaal gedrag, dat zowel opzettelijk als onopzettelijk kan zijn. Dit gedrag wordt door degene die het ondergaat, ongeacht sekse en/of seksuele voorkeur, als ongewenst en onplezierig ervaren. Als voorbeelden noemen we hier seksuele intimidatie, discriminatie, geweld en pesten.

De contactpersonen/vertrouwenspersonen zijn beschikbaar voor de leerlingen. U kunt hierover per mail nadere informatie inwinnen (de mailadressen vindt u in hoofdstuk 1 van deze schoolgids).
Een informatiefolder ligt in de mediatheek en is beschikbaar via de website van de school.

Klachten over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld kunnen ook worden gemeld bij het meldpunt vertrouwensinspecteurs, via 0900-111 3 111 (lokaal tarief).

De Einstein Class is een specialistische voorziening voor leerlingen met autisme/angststoornissen en/of hoogbegaafdheid. Binnen de Einstein Class werken coaches vanuit het onderwijs en de zorg samen met orthopedagogen en gebiedsteammedewerkers. Er zijn vier arrangementen van lichte naar zware ondersteuning. De arrangementen 2&3 krijgen de begeleiding zoveel mogelijk in het Einstein-atelier (ruimte 105) van het hoofdgebouw en voor arrangement 4(+) is de begeleiding in de Einstein-gebouwen op de Galjoen 29 en op de Godsacker 15.

Deze Einstein Class is een samenwerking van Renn4, Samenwerkingsverband Fryslân-Noard, AMS en Gemeente Waadhoeke. Voor meer informatie verwijzen wij u graag naar de website www.einsteinclass.nl of naar de heer R. Steneker.

Om de leerlingen goed te kunnen begeleiden, is het systematisch vastleggen van gegevens een vereiste. Hiermee beginnen we al vóór de leerling de school daadwerkelijk bezoekt, via vragenlijsten naar de basisscholen.

Voorafgaand aan de rapportenvergaderingen krijgen de mentoren beknopte schriftelijke informatie van de vakdocenten over het functioneren van hun leerlingen in de klas en een overzicht van de behaalde resultaten. Mentoren kunnen op basis van deze gegevens bepalen welke leerlingen in ieder geval in de rapportenvergadering moeten worden besproken. De resultaten worden opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand.

Deze besprekingen vinden meestal plaats naar aanleiding van vragen van ouders/verzorgers en/of collega’s. De mentor maakt een inventarisatie en informeert waar nodig de betrokkenen.

Kan een leerling in verband met ziekte langere tijd niet naar school, dan bekijken we samen met de ouders/verzorgers hoe we het onderwijs kunnen voortzetten. Hierbij kunnen we gebruikmaken van de deskundigheid van consulenten die zich richten op onderwijsondersteuning aan zieke leerlingen. Voor leerlingen die zijn opgenomen in een academisch ziekenhuis zijn dat consulenten van de educatieve voorziening, voor alle andere leerlingen zijn dat consulenten van de onderwijsbegeleidingsdienst.

Het is onze wettelijke plicht om voor elke leerling, ook als hij of zij ziek is, te zorgen voor goed onderwijs. Daarnaast vinden wij het minstens zo belangrijk dat de leerling in deze situatie contact blijft houden met de klasgenoten, de docenten en de mentor. De leerling moet weten en ervaren dat hij of zij ook dan meetelt en erbij hoort. Het voortzetten van het onderwijs, aangepast aan de specifieke problematiek, is onder andere belangrijk om leerachterstanden zoveel mogelijk te voorkomen en sociale contacten zo goed mogelijk in stand te houden.

Wilt u meer weten over onderwijs aan zieke leerlingen, dan kunt contact opnemen met de coördinator leerlingondersteuning, de heer Van Brug.

Het adres van de klachtencommissie voor primair onderwijs, voortgezet onderwijs en BVE:

Geschillencommissies Bijzonder Onderwijs
Postbus 394, 3440 AJ Woerden
Tel.: 070 386 16 97
E-Mail: info@gcbo.nl