Onderwijstijd

Leerlingen hebben recht op voldoende uren onderwijs (onderwijstijd) van goede kwaliteit. De overheid heeft daarom urennormen vastgesteld. De Inspectie ziet erop toe dat wij onze leerlingen voldoende onderwijstijd aanbieden. Van onderwijstijd is sprake als:

• een activiteit gaat om begeleid onderwijs (niet noodzakelijkerwijs begeleid door een docent);
• een activiteit deel uitmaakt van het aan de leerlingen aangeboden onderwijsprogramma;
• een activiteit wordt uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van onderwijspersoneel.

Onder onderwijstijd wordt dus verstaan de in schooltijd verzorgde lessen, maatwerkuren, maar ook activiteiten zoals een stage, sportdagen, excursies, presentaties van het profielwerkstuk en buitenschoolse activiteiten die bij het onderwijsprogramma horen.

Anna Maria van Schurman voldoet voor al haar opleidingen aan het verplichte aantal uren dat les gegeven moet worden. Lesuitval proberen we tot een minimum te beperken, maar is niet altijd te vermijden. Tussenuren proberen we te voorkomen door het opvullen van het rooster of het naar voren halen van de lessen. We werken met zogeheten ‘invaluren’. Voor veel lesuren is er een docent aanwezig om bij afwezigheid van een collega te kunnen invallen. Alleen in enkele situaties geven we vrijaf, waarbij we ons strikt houden aan de wetgeving van de leerplicht. Voor meer informatie klik op: Leerplicht | Rijksoverheid.nl. Een ‘code rood’ bij een weeralarm van de KNMI kan, naast andere calamiteiten, ook reden zijn om lessen te laten vervallen.

De Onderbouw

AMS kent een tweejarige brugperiode. Gedurende deze twee jaren kan een leerling laten zien waar hij/zij goed in is en wat hij/zij allemaal in huis heeft om eventueel bevorderd te worden naar een passender niveau. Door ruim de tijd te nemen voor de persoonlijke ontwikkeling van onze brugklasleerlingen, zijn wij in staat om het juiste opleidingsniveau voor elke leerling te bepalen.

In ons schoolmodel zijn er in de eerste twee leerjaren vier soorten klassen:

• Onderbouw vmbo-BL/KL
• Onderbouw vmbo-KL/TL
• Onderbouw vmbo-TL/havo
• Onderbouw havo/havo-plus

In diverse klassen kan sprake zijn van leerwegondersteuning.

Bij de plaatsing van leerlingen maken wij gebruik van de provinciale plaatsingswijzer (leerlingvolgsysteem).

De opleiding Vakmanschap (onderbouw vmbo-BL/KL) is bedoeld voor vmbo-leerlingen met de volgende adviezen van de basisschool: basisberoepsgerichte leerweg, basis-/kaderberoepsgerichte leerweg (dubbeladvies) of kaderberoepsgerichte leerweg. Bij de opleiding Vakmanschap is er naast de traditionele beroepen veel aandacht voor hedendaagse ambachten waarbinnen met de nieuwste technieken wordt gewerkt, zoals bijvoorbeeld interieurstyling of gamedesign. We werken met praktische, beroepsgerichte opdrachten. De beroepsgerichte en de algemeen vormende vakken worden geïntegreerd gegeven.

In de onderbouw van het vmbo-TL komen leerlingen die op de basisschool het dubbeladvies kader/theoretisch of theoretisch hebben gekregen. De basisschool stelt dit advies, zoals gebruikelijk, vast op grond van eigen ervaringen met de leerling (het leerlingvolgsysteem), eventueel gecombineerd met het testresultaat. De vmbo-TL-leerlingen kunnen na twee jaar doorstromen naar de theoretische leerweg (TL) of de kaderberoepsgerichte leerweg (KL). De diploma’s geven toegang tot diverse vormen van middelbaar beroepsonderwijs. Het diploma van de theoretische leerweg geeft, onder voorwaarden, ook toegang tot leerjaar 4 van de havo.

In de onderbouw van de havo/havoplus komen leerlingen die een dubbeladvies TL/H of havo-advies hebben gekregen. We kennen een TL/havo-klas en havo- en havo-plus-klassen. De havo-plus-klas is voor leerlingen die behoefte hebben aan wat extra uitdaging en worden voorbereid op vwo bovenbouw.

Vmbo-bovenbouw (leerjaar 3 en 4)

Leerwegen
De leerlingen die in het derde leerjaar van het vmbo komen, moeten een keuze maken voor een leerweg. Er zijn drie leerwegen:

1. Theoretische leerweg (TL)
2. Kaderberoepsgerichte leerweg (KL)
3. Basisberoepsgerichte leerweg (BL)

De Theoretische Leerweg
In de theoretische leerweg kiezen de leerlingen voor de derde klas een profiel. Met deze keuze staat voor een groot deel ook het vakkenpakket vast. Hiermee wordt voorkomen dat leerlingen een diploma halen met een vakkenpakket dat niet aansluit op het vervolgonderwijs. Er zijn vier profielen:

• Techniek
• Zorg en welzijn
• Economie
• Landbouw

Binnen de theoretische leerweg wordt in leerjaar 3 uitgebreid aandacht besteed aan (praktische) loopbaanoriëntatie en -begeleiding en worden de leerlingen voorbereid op het vervolgonderwijs.

In het vierde leerjaar maken de leerlingen een profielwerkstuk, waarvan het eindresultaat gepresenteerd wordt aan medeleerlingen, docenten en ouders/verzorgers. Het resultaat voor het profielwerkstuk moet minimaal voldoende zijn om een diploma te kunnen krijgen.

Met een diploma voor de theoretische leerweg kunnen leerlingen naar niveau 3 en 4 op het aansluitend middelbaar beroepsonderwijs. Ook biedt dit diploma toegang tot de havo (leerjaar 4); hiervoor heeft de leerling wel een passend vakkenpakket nodig voor een van de havo-profielen.

De basis- en kaderberoepsgerichte leerweg
De leerlingen krijgen les in de gebruikelijke vakken van een vmbo-opleiding. Naast Nederlands, Engels, wiskunde of economie (alleen voor DVPR) en natuurkunde of biologie wordt er lesgegeven in godsdienst, maatschappijleer, culturele en kunstzinnige vorming en lichamelijke opvoeding.

De leerlingen in de beroepsgerichte leerwegen kiezen voor het derde leerjaar een van de volgende afdelingen:

• Bouwen, Wonen en Interieur (BWI)
• Groen (GRN)
• Media, Vormgeving en ICT (MVI)
• Produceren, Installeren en Energie (PIE)
• Dienstverlening & Producten (DVPR)

Het onderwijs in de beroepsgerichte leerwegen bestaat uit een kern, vier profielmodules en vier keuzevakken. De kern richt zich op algemene kennis en vaardigheden, en op loopbaanoriëntatie en -ontwikkeling.

Het diploma voor de vmbo-kaderberoepsgerichte leerweg geeft de leerlingen toegang tot niveau 3 of 4 van het aansluitend beroepsonderwijs (afhankelijk van de opleiding).
Het diploma voor de vmbo-basisberoepsgerichte leerweg geeft de leerlingen toegang tot niveau 2 van het aansluitend beroepsonderwijs.

In de derde en vierde klas van de basisberoepsgerichte leerweg kunnen leerlingen ook kiezen voor het leer- werktraject (lwt). Ze volgen dan op school het onderwijs in de beroepsvoorbereidende vakken (bvv) en Nederlands, en doen daar ook eindexamen in. Deze vakken moeten met een voldoende worden afgesloten. Daarnaast moeten deze leerlingen het rekenexamen maken.

De overige tijd werken de lwt-leerlingen bij een bedrijf, waar ze allerlei praktijkopdrachten doen die ook beoordeeld worden. Leerlingen die baat hebben bij meer praktijk en die naar de mening van de school beschikken over voldoende praktische en sociale vaardigheden, komen voor het leer-werktraject in aanmerking.

Havo-bovenbouw 

Leerjaar 3 havo/havo-plus

Na de onderbouw is leerjaar 3 van de havo/havo-plus het jaar waarin de leerling een breed variatie aan vakken krijgt aangeboden ter voorbereiding op de bovenbouw van de havo. Naast het kerncurriculum kan de leerling binnen AMS GROW keuzes maken uit ‘op maat’-lessen en Grow XL-modules.

Verder wordt uitgebreid aandacht besteed aan de profielkeuze en worden de leerlingen voorbereid op hun mogelijkheden in de bovenbouw van de havo, met een verantwoorde keuze als uiteindelijk doel. In de loop van het jaar krijgen zij een advies met betrekking tot de voortzetting van hun studie.

• Een vwo-advies: de Havo-plus-leerlingen die dit advies krijgen, kunnen direct doorstromen naar leerjaar 4 van het vwo op scholen in de omgeving. Met een aantal scholen is hierover afspraken gemaakt. De ervaringen met deze overstap zijn positief.
• Een havo-advies: leerlingen die aan de overgangsnorm voldoen, kunnen hun studie voortzetten in leerjaar 4 van de havo op AMS. 
• Een vmbo-TL-advies: leerlingen die niet aan de overgangsnorm voldoen, worden bij de rapportenvergadering besproken. Er wordt goed overwogen wat het beste is: doubleren van havo 3 of overgaan naar leerjaar 3 of 4 van het vmbo-TL.

Aan het eind van leerjaar 3 havo/havo-plus bepaalt de leerling in overleg met de mentor en de decaan zijn of haar uiteindelijke profielkeuze.

Leerjaar 4 en 5 havo

Het programma in havo 4 en 5 bouwt voort op de kerndoelen van de onderbouw en leidt tot een goede aansluiting op het hoger beroepsonderwijs.

Op onze school begeleiden we de leerlingen zo goed mogelijk. Daarom hebben ook de leerlingen in de bovenbouw van de havo tot en met het examen een mentor en een vast ingeroosterd mentoruur. Tijdens dit uur is er veel aandacht voor studievaardigheden, reflectie en oriëntatie op studies en beroepen. We willen voorkomen dat leerlingen het gevoel krijgen in het diepe gegooid te worden als ze nog niet goed kunnen zwemmen. Geleidelijk en begeleid toegroeien naar zelfstandig studeren is ons streven. Dat hierbij een belangrijke rol is weggelegd voor de mentor, ligt gezien onze traditie van intensieve leerlingbegeleiding voor de hand.

In havo 4 en havo 5 is het onderwijs niet ‘one size fits all’. Daarom staat naast het mentoruur ook ‘Op Maat’ op het rooster. De Op Maat-uren worden op het eerste lesuur gegeven voor leerlingen die een onvoldoende staan voor een vak. Als leerlingen een voldoende hebben mogen ze in overleg met de teamleider naar de Op Maat- uren. Tijdens de Op Maat-uren worden de leerlingen die een bepaald vak moeilijk vinden door een vakdocent ondersteund. Ook kan een leerling ervoor kiezen om tijdens Op Maat een extra vak te volgen, zodat de opleiding breder wordt.

Het is mogelijk om al in havo 4 voor een vak examen te doen.

Vier profielen

Aan het eind van de derde klas kiest de leerling een van de volgende profielen:

• Cultuur en Maatschappij
• Economie en Maatschappij
• Natuur en Gezondheid
• Natuur en Techniek

In ieder profiel volgt de leerling lessen in specifieke profielvakken (het profieldeel). Naast het profieldeel bestaat het onderwijsprogramma uit een gemeenschappelijk deel en een vrij deel. In het gemeenschappelijk deel zitten de vakken die verplicht zijn voor alle leerlingen, in het vrije deel kan de leerling vakken kiezen die zijn of haar doorstroommogelijkheden naar het hbo vergroten.

Vakhavo- educatie 

Leerjaar 4 havo

Leerlingen in klas 4 havo kunnen kiezen voor de richting vakhavo-educatie. Een richting waarbij ook de havisten een praktijkvak krijgen en de gelegenheid om hun kijk op het werkveld onderwijs en educatie te verkennen, te verbreden en te verdiepen.

Door deze praktijkroute kunnen havisten nieuwe kennis en ervaringen opdoen door lessen te observeren of door in de huid te kruipen van bijvoorbeeld de groepsleerkracht, leraar of educatief medewerker. De havisten worden gestimuleerd om actief op onderzoek uit te gaan, mede door het uitvoeren van gerichte en realistische opdrachten vanuit dit brede werkveld.  De nieuwe kennis, vaardigheden en ervaringen die havisten tijdens deze praktijkroute opdoen, zijn aanleiding tot (zelf)reflectie en geven richting aan studiekeuze en vervolgopleidingen.

Toelatingsbeleid tussentijdse instroom

Leerlingen die klas 3 van de havo/havo-plus of de theoretische leerweg van het vmbo met succes hebben doorlopen, kunnen doorstromen naar leerjaar 4 van de havo. Vmbo-TL-leerlingen die door willen stromen naar de havo, moeten geslaagd zijn voor het eindexamen met een extra vak naast de vakken die gezamenlijk het eindexamen vormen. Voor vmbo-TL-leerlingen die geen examen hebben gedaan in een extra vak gelden speciale toelatingseisen; voor meer informatie daarover kunt u contact opnemen met de heer Bilker, decaan voor leerjaar 3, 4 en 5 van de havo. Vmbo-TL leerlingen die naar havo 4 gaan en wiskunde in hun vakkenpakket hebben, volgen na hun examen een aansluitingsmodule.

Bij alle leerlingen waarbij sprake is van tussentijdse instroom (klas 1 en hoger) geldt: voordat er kan worden aangemeld dient er door ouders contact op te worden genomen met de desbetreffende schoolleider. van het leerjaar/niveau waarvoor de leerling eventueel voor kan worden aangemeld.

Toekomstmogelijkheden

De profielen zijn onder andere ingevoerd om de aansluiting tussen de havo en het vervolgonderwijs te verbeteren. De namen van de diverse profielen geven al min of meer aan voor welk vervolgonderwijs zij opleiden:

• Het profiel Cultuur en Maatschappij is bedoeld voor leerlingen met belangstelling voor onderwijs, culturele en maatschappelijke zaken.
• Het profiel Economie en Maatschappij is bedoeld voor leerlingen die in economische studierichtingen en de zakenwereld verder willen gaan.
• Het profiel Natuur en Gezondheid richt zich met name op de gezondheidszorg en de natuurlijke omgeving.
• Het profiel Natuur en Techniek is vooral bedoeld voor exacte en technische studierichtingen.

PTA en Examenreglement

In PTA staat alle informatie die voor examenkandidaten van belang is: een overzicht van de leerstof voor elk vak voor het schoolexamen, aanwijzingen voor het afleggen van tentamens en examens, uitslagregels en verdere noodzakelijke informatie. De pta's en het examenreglement is te vinden in de documenten op onze Schoolwiki.

ICT in het onderwijs

Alle leerlingen krijgen een account en een wachtwoord om gebruik te kunnen maken van het schoolnetwerk, de elektronische leeromgeving en de schoolwebsite. Via deze website kunnen leerlingen ook hun cijfers bekijken. Tijdens het inloggen op het schoolnetwerk accepteren de leerlingen de gedragsregels voor het gebruik van computers op school.